Naam en zetel
Artikel 1.
- 1.1. De vereniging draagt de naam “PRO: Purmerendse Regio Ondernemers”.
- 1.2. Zij is gevestigd te Purmerend en aangegaan voor onbepaalde tijd.
Doel
Artikel 2.
De vereniging heeft ten doel de collectieve belangenbehartiging van economisch aan de regio Waterland gebonden bedrijven, actief in handel, dienstverlening, industrie en nijverheid, waartoe de vereniging onder meer:
- 2.1 streeft naar de optimalisering van het bedrijfseconomisch klimaat in de regio en de daarvoor vereiste infrastructuur;
- 2.2 streeft naar de vestiging en instandhouding van een goede woon- en werksituatie in de regio Waterland;
- 2.3 gesprekspartner is van de overheid en participeert in bovenregionale ondernemersverbanden;
- 2.4 leden van de vereniging of haar bestuur aanwijst tot vertegenwoordiging van de vereniging in publiek- of publiek/privaatrechterlijke lichamen en commissies daarvan;
- 2.5 werkgroepen zoals bedoeld in deze staturen opricht en stimuleert;
- 2.6 manifestaties, symposia, bedrijfsbezoeken en overige activiteiten organiseert, teneinde haar leden omtrent actuele thema’s te informeren dan wel deze leden een ontmoetingsplaats te bieden;
- 2.7 en overigens al datgene verricht wat in de meest ruime zin aan haar doelstelling dienstig kan zijn.
Verenigingsjaar
Artikel 3.
Het verenigingsjaar valt samen met het kalenderjaar.
Lidmaatschap
Artikel 4.
De vereniging kent uitsluitend leden, die als zodanig zijn toegelaten overeenkomstig het in artikel 5 bepaalde.
Artikel 5.
- 5.1 Als leden worden toegelaten natuurlijke personen en al dan niet rechtspersoonlijkheid bezittende organisaties (niet zijnde branche en vakorganisaties), die een economisch met de regio Waterland verbonden en daarin gevestigde onderneming voeren in zich tot de doelstellingen van de vereniging verbonden voelen.
- 5.2 Het bestuur beslist over toelating van het lidmaatschap.
- 5.3 Bij niet-toelating door het bestuur kan de algemene vergadering alsnog tot toelating besluiten.
Artikel 6.
Het bestuur is bevoegd een lid te schorsen voor een periode van ten hoogste één maand, in geval het lid bij herhaling in strijd handelt met zijn lidmaatschapsverplichtingen of door handelingen of gedragingen het belang van de vereniging in ernstige mate heeft geschaad. Gedurende de periode, dat een lid is geschorst, kunnen de aan het lidmaatschap verbonden rechten niet worden uitgeoefend.
Artikel 7.
- 7.1 Het lidmaatschap eindigt:
- door het ophouden te bestaan van de organisatie;
- door opzegging door het lid;
- door opzegging namens de vereniging
- door ontzetting
- 7.2 Opzegging van het lidmaatschap door het lid kan slechts geschieden tegen het einde van een verenigingsjaar. Zij geschiedt door een schriftelijke kennisgeving, welke vóór de eerste december in het bezit van de secretaris moet zijn. Deze is verplicht de ontvangst binnen acht dagen schriftelijk te bevestigen. Indien een opzegging niet tijdig heeft plaats gehad, loopt het lidmaatschap door tot het einde van het eerstvolgend verenigingsjaar, tenzij het bestuur anders beslist of van het lid redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
- 7.3 Opzegging van het lidmaatschap namens de vereniging kan tegen het einde van het lopende verenigingsjaar geschieden door het bestuur met inachtneming van een opzeggingstermijn van tenminste vier weken, wanneer het lid, na daartoe bij herhaling schriftelijk te zijn aangemaand, op de eerste december niet ten volle aan zijn geldelijke verplichtingen jegens de vereniging heeft voldaan, alsmede wanneer het lid heeft opgehouden te voldoen aan de vereisten welke te enigertijd door de statuten voor het lidmaatschap gesteld mochten worden. De opzegging door het bestuur kan onmiddellijke beëindiging van het lidmaatschap tot gevolg hebben, wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren. De opzegging geschiedt steeds schriftelijk met opgave van de reden(en).
- 7.4 Ontzegging uit het lidmaatschap kan alleen worden uitgesproken, wanneer een lid in strijd met de staturen, reglementen of besluiten van de vereniging handelt of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt. De ontzetting geschiedt door het bestuur, dat het betrokken lid ten spoedigste van het besluit, met opgave van reden(en), in kennis stelt. De betrokkene is bevoegd binnen één maand na ontvangst van de kennisgeving in beroep te gaan bij de algemene vergadering. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst. Het besluit tot ontzetting zal moeten worden genomen in een algemene vergadering, waarin alle leden der vereniging aanwezig of vertegenwoordigd zijn, met een meerderheid van tenminste drie/vierde van het aantal geldig uitgebrachte stemmen. Indien het quorum niet aanwezig is, zal een tweede vergadering belegd worden, doch niet eerder dan veertien dagen na die in de vorige zin. In die vergadering worden geen quorum, noch bijzondere stemmen-eisen gesteld.
- 7.5. Wanneer het lidmaatschap in de loop van een verenigingsjaar, ongeacht de reden of oorzaak, eindigt, blijft de jaarlijkse bijdrage voor het geheel door het lid verschuldigd, tenzij het bestuur anders besluit.
Geldmiddelen
Artikel 8.
- 8.1 De geldmiddelen der vereniging bestaan uit:
- contributies;
- entreegelden;
- sponsorgelden en gelijksoortige bijdragen;
- verkrijgingen, ingevolge erfstellingen, legaten en schenkingen;
- andere toevallige baten.
- 8.2 Ieder lid betaalt een contributie, waarvan het bedrag jaarlijks door de Algemene Vergadering tijdens de jaarvergadering wordt vastgesteld.
- 8.3 Nieuwe leden betalen een entreegeld, waarvan het bedrag wordt vastgesteld door de Algemene Vergadering.
Bestuur
Artikel 9.
- 9.1 Het bestuur bestaat uit tenminste drie personen en maximaal tien personen. Het aantal bestuurders wordt vastgesteld door de algemene vergadering.
- 9.2 De bestuursleden worden door de Algemene Vergadering uit de leden van de vereniging benoemd voor de duur van vier jaar. Op voordracht van het bestuur kan de Algemene Vergadering ook tot bestuurslid benoemen natuurlijke personen, niet zijnde lid van de vereniging.
- 9.3 Bestuursleden kunnen na afloop van hun eerste bestuurstermijn door de Algemene Vergadering eenmalig worden herbenoemde voor een nadere termijn van vier jaar.
- 9.4 Bij bijzonder besluit, genomen dadelijk na vaststelling van de onderhavige statuten door de Algemene Vergadering, kan de Algemene Vergadering op voordracht van het bestuur eenmalig van de regeling als bedoeld onder 9.2 en 9.3 afwijken.
- 9.5 Het bestuur wijst uit zijn midden de voorzitter, de secretaris en de penningmeester aan.
- 9.6 De algemene vergadering kan een bestuurslid schorsen of ontslaan indien zij daartoe termen aanwezig acht. Voor een besluit daartoe is een meerderheid vereist van ten minste twee/derde der geldig uitgebrachte stemmen.
- 9.7 De bestuurders zijn bevoegd te allen tijde zelf hun ontslag te nemen, mits dit schriftelijk geschiedt.
Artikel 10.
- 10.1 Het bestuur is belast met het besturen van de vereniging. Alle bestuurders gezamenlijk alsmede de voorzitter en de secretaris gezamenlijk zijn bevoegd de vereniging in en buiten rechte te vertegenwoordigen. De bestuursleden kunnen zich daarbij door een schriftelijk gemachtigde doen vertegenwoordigen.
- 10.2 Voor het beschikken over bank- en girosaldi is de handtekening van de penningmeester voldoende.
- 10.3 Voor het aantrekken van één of meer deskundigen(n), het aangaan van geldleningen, alsmede voor het kopen, vervreemden, bezwaren, huren of verhuren van onroerende zaken, voor overeenkomsten, waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk mede-schuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor de schuld van een derde verbindt, behoeft het bestuur de goedkeuring van de Algemene Vergadering.
- 10.4 Het bestuur vergadert tenminste vier maal per jaar.
Dagelijks bestuur
Artikel 11.
- 11.1 Uit het bestuur wordt het dagelijks bestuur gevormd, bestaande uit de voorzitter, de secretaris en de penningmeester.
- 11.2 De taak van het dagelijks bestuur is het voorbereiden van de vergaderingen van het bestuur en het uitvoeren van genomen bestuursbesluiten of besluiten van de algemene vergadering.
Werkgroepen
Artikel 12.
- 12.1. Het bestuur kan delen van zijn bestuurstaken delegeren aan door het bestuur te formeren werkgroepen, bestaande uit drie en ten hoogste negen werkgroepleden. Het lidmaatschap van de werkgroep is onbezoldigd.
- 12.2. In de werkgroep hebben steeds zitting een lid van het bestuur van de vereniging, alsmede tenminste een gewoon lid van de vereniging.
- 12.3. Een van de in lid 2. van dit artikel bedoelde leden wordt door het bestuur van de werkgroep benoemd tot voorzitter van de werkgroep.
- 12.4. Ten aanzien van de overige werkgroepleden, door de voorzitter van de werkgroep te benoemen, geldt niet dat zij tevens gewoon lid of bestuurslid van de vereniging dienen te zijn.
- 12.5. De werkgroep doet aan het bestuur van de vereniging periodiek verslag van haar activiteiten. Desgevraagd geeft de werkgroep het bestuur van de vereniging alle door dat bestuur verlangde inlichtingen.
- 12.6. Opheffing van de werkgroep geschiedt bij besluit van het bestuur van de vereniging
- Algemene vergaderingen
Artikel 13.
- 13.1. Binnen zes maanden na afloop van het boekjaar wordt er een Algemene Vergadering (jaarvergadering) gehouden. Het bestuur brengt in deze vergadering zijn jaarverslag uit en doet, onder overlegging van de nodige bescheiden, rekening en verantwoording van het in het afgelopen boekjaar gevoerde bestuur.
- 13.2. De Algemene Vergadering benoemt jaarlijks doch uiterlijk dertig dagen voor de jaarvergadering een commissie van tenminste twee leden, die geen deel mogen uitmaken van het bestuur, tot onderzoek van de rekening en verantwoording over het lopende casu quo laatst verstreken boekjaar. De commissie brengt ter jaarvergadering verslag uit van haar bevindingen. Vereist het onderzoek bijzondere boekhoudkundige kennis, dan kan de commissie zich door een deskundige doen bestaan.
- 13.3. Het bestuur is verplicht aan deze commissie alle door haar gewenste inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarde der vereniging te vertonen en inzage van de boeken en de bescheiden der vereniging te geven.
- 13.4. Goedkeuring door de Algemene Vergadering van het jaarverslag en de rekening en verantwoording strekt het bestuur tot decharge.
- 13.5. Indien de goedkeuring van de rekening en verantwoording wordt geweigerd, benoemt de Algemene Vergadering een andere commissie bestaande uit tenminste drie leden, welke een nieuw onderzoek doet van de rekening en verantwoording. Deze commissie heeft dezelfde bevoegdheden als de eerder benoemde commissie. Binnen één maand na de benoeming brengt zij aan de Algemene Vergadering verslag uit van haar bevindingen. Wordt ook dan de goedkeuring geweigerd, dan neemt de Algemene Vergadering al die maatregelen welke door haar in het belang van de vereniging nodig geacht worden.
Artikel 14.
- 14.1. de Algemene Vergaderingen worden bijeengeroepen door het bestuur met inachtneming van een termijn van acht dagen. De bijeenroeping geschiedt door een aan alle leden te zenden schriftelijke mededeling.
- 14.2. Behalve de in het vorige artikel bedoelde jaarvergadering, zullen Algemene Vergaderingen worden gehouden zo dikwijls het bestuur zulks wenselijk acht, alsmede zo dikwijls zulks schriftelijk met opgave van de te behandelen onderwerpen wordt verzocht door tenminste drie leden.
- 14.3. Na ontvangst van een verzoek als in het vorige lid bedoeld, is het bestuur verplicht tot bijeenroeping van een algemene vergadering op een termijn van niet langer dan vier weken. Indien aan het verzoek tot bijeenroeping, binnen veertien dagen nadat dit door het bestuur werd ontvangen, geen gevolg wordt gegeven, zullen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping kunnen overgaan op de wijze waarop het bestuur de Algemene Vergadering bijeenroept.
Artikel 15.
- 15.1. Alle leden hebben toegang tot de Algemene Vergadering en hebben daar ieder één stem. Ieder lid is bevoegd zijn stem te doen uitbrengen door een schriftelijk daartoe gemachtigd ander lid.
- 15.2. Een eenstemmig besluit van alle leden, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van het bestuur genomen, dezelfde kracht als een besluit van de Algemene Vergadering. Een dergelijk besluit wordt door de secretaris aangetekend in het notulenboek, terwijl er melding van wordt gemaakt tijdens de eerstvolgende Algemene Vergadering.
- 15.3. Stemming over zaken geschiedt mondeling, over personen schriftelijk. Het aannemen van voorstellen bij acclamatie is mogelijk, mits dit geschiedt op voorstel van de voorzitter.
- 15.4. Over alle voorstellen betreffende zaken wordt beslist bij volstrekte meerderheid der uitgebrachte stemmen, voorzover de staturen niet anders bepalen. Bij staking van stemmen wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. Bij stemming over personen is hij gekozen, die de volstrekte meerderheid der uitgebrachte stemmen op zich heeft verenigd. Indien niemand de meerderheid heeft verkregen, wordt een tweede stemming gehouden tussen de personen die het grootste aantal der uitgebrachte stemmen hebben verkregen en is hij gekozen, die bij die tweede stemming de meerderheid der uitgebrachte stemmen op zich heeft verenigd. Indien bij die tweede stemming de stemmen staken, beslist het lot. Onder stemmen worden in dit artikel verstaan geldig uitgebrachte stemmen, zodat niet in aanmerking komen blanco en met de naam van het stemmende lid ondertekende stemmen.
- 15.5. Een ter vergadering door de voorzitter uitgesproken oordeel dat een besluit is genomen, is beslissend. Indien echter onmiddellijk na het uitspreken van dit oordeel de juistheid daarvan wordt betwist, vindt een nieuwe stemming plaats, wanneer de meerderheid der vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige verlangt.
Artikel 16.
De voorzitter van het bestuur leidt de vergaderingen. Bij zijn afwezigheid of ontstentenis zal een der andere bestuursleden als leider der vergadering optreden. Van het ter Algemene Vergadering verhandelde worden door de secretaris of door een door de voorzitter aangewezen lid der vereniging notulen gehouden.
Statutenwijziging
Artikel 17.
- 17.1. Wijziging van de statuten kan slechts plaats hebben na een besluit van de Algemene Vergadering, waartoe werd opgeroepen met de mededeling dat daarin wijziging van de staturen zal worden voorgesteld. De termijn voor oproeping tot een zodanige vergadering moet tenminste veertien dagen bedragen.
- 17.2. Zij die de oproeping tot de Algemene Vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten tenminste vijf dagen vóór de dag der vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgestelde wijziging of wijzigingen woordelijk is of zijn opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen, tot na afloop van de dag, waarop de vergadering werd gehouden.
- 17.3. Tot wijziging van de statuten kan slechts worden besloten door een Algemene Vergadering waar tenminste twee/derde van het totaal aantal leden der vereniging aanwezig is of vertegenwoordigd is met een meerderheid van tenminste twee/derde van het aantal uitgebrachte stemmen.
- 17.4. Bij gebreke van het quorum kan ongeacht het aantal ter vergadering aanwezige of vertegenwoordigde leden tot wijziging van de statuten worden besloten op een volgende, tenminste acht dagen doch uiterlijk dertig dagen na de eerste te houden vergadering, met een meerderheid van twee/derde van het aantal uitgebrachte stemmen.
Artikel18.
Het in artikel 17 bepaalde is niet van toepassing indien ter Algemene Vergadering alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn en het besluit tot statutenwijziging met algemene stemmen wordt genomen.
Artikel 19.
De statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt. De bestuurder zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en de gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van de Kamer van Koophandel en Fabrieken.
Artikel 20.
Een bepaling van deze statuten, welke de bevoegdheid tot wijziging van één of meer andere bepalingen beperkt, kan slechts worden gewijzigd met inachtneming van gelijke beperking.
Ontbinding en vereffening
Artikel 21.
- 21.1. Onverlet het bepaalde in de artikelen 19 e.v. van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek wordt de vereniging ontbonden door een besluit daartoe van de Algemene Vergadering genomen met tenminste twee/derde van het aantal geldig uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin tenminste drie/vierde van de leden aanwezig of vertegenwoordigd is.
- 21.2. Bij gebreke van het quorum kan ongeacht het aantal ter vergadering aanwezige of vertegenwoordigde leden tot ontbinding worden besloten op een volgende, tenminste acht dagen doch uiterlijk dertig dagen na de eerste te houden vergadering, met een meerderheid van twee/derde van het aantal uitgebrachte stemmen.
- 21.3. Bij de oproeping tot de in de leden 1. en 2. van dit artikel bedoelde vergaderingen moet worden medegedeeld dat ter vergadering zal worden voorgesteld de vereniging te ontbinden. De termijn voor oproeping tot zodanige vergaderingen moet tenminste veertien bedragen.
- 21.4. Indien bij een besluit tot ontbinding te dien aanzien geen vereffenaars zijn aangewezen, geschiedt de vereffening door het bestuur.
- 21.5. Een eventueel batig saldo zal worden aangewend voor door de Algemene Vergadering te bepalen zodanige doeleinden als het meest met het doel der vereniging overeenstemmen.
- 21.6. Na ontbinding blijft de vereniging voortbestaan voorzover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de staturen en reglementen voorzover mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van de vereniging uitgaan, moeten aan haar naam worden toegevoegd de woorden “in liquidatie”.
Huishoudelijk reglement
Artikel 22.
- 22.1. De Algemene Vergadering kan bij huishoudelijk reglement nadere regels geven omtrent het lidmaatschap, het bedrag der contributies en entreegelden, de werkzaamheden van het bestuur, de vergaderingen, de wijze van uitoefening van het stemrecht en alle verdere onderwerpen, waarvan de regeling haar gewenst voorkomt.
- 22.2. Wijziging van het huishoudelijk reglement kan geschieden bij besluit van de Algemene Vergadering, indien dit schriftelijk wordt verzocht door tenminste één/derde gedeelte van de leden der vereniging.
- 22.3. Het huishoudelijk reglement zal geen bepalingen mogen bevatten die afwijken van of die in strijd zijn met de bepalingen van de wet of van de statuten.
Slotbepaling
Artikel 23.
In de gevallen waarin deze statuten niet voorzien, beslist het bestuur der vereniging.